Germaanse talen
De Germaanse talen vormen een subgroep van de Indo-Europese talen. De grootste Germaanse taal is Engels, moedertaal van enkele honderden miljoenen mensen en heden ten dage de lingua franca van de wereld. Duits is een taal die door meer dan honderd miljoen Europeanen wordt gesproken. Nederlands wordt gesproken door 23 miljoen mensen[1] en zijn dochtertaal Afrikaans door ca. 16 miljoen (waarvan het merendeel als tweede en derde taal). Kleinere Germaanse talen zijn Zweeds, Deens, Noors, IJslands, Faeröers, Fries en Jiddisch. In totaal spreken circa 559 miljoen mensen een Germaanse taal als eerste taal. De Germaanse talen zijn afgeleid van een gemeenschappelijke brontaal, het Oergermaans.
Externe link
Bronnen, noten en/of referenties
|