Engelse taal
Het Engels is een taal die in het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en diverse andere voormalige Britse koloniën wordt gesproken. Het is een van de grote wereldtalen.
Woordenschat
Het Engels heeft een zeer grote woordenschat, dit komt vooral doordat er vaak twee woorden zijn voor één begrip: een Germaans en een Romaans (bijvoorbeeld 'freedom' en 'liberty' betekenen beide 'vrijheid'). Het verschil in gebruik wordt grotendeels bepaald door het register: de Germaanse woorden worden bij voorkeur in het dagelijks leven gebruikt, de Romaanse synoniemen in officiële geschreven taal. Het totaal aantal woorden in de Engelse taal is onderwerp van discussie, maar volgens de Oxford Dictionary zijn het er minimaal 500.000.
Volgens de Shorter Oxford Dictionary zijn de woorden in het Engels van deze oorsprong:
- Frans, inclusief oud-Frans en anglo-Frans: 28.3%
- Latijn: 28.24%
- Andere Germaanse talen (Oudengels / Middelengels, Oud-Noords en (Oud-)Nederlands): 25%
- Grieks: 5.32%
- Andere talen/onbekend: ongeveer 8%
Nederlandse woorden in het Engels
Het Nederlands heeft ook een aanzienlijke bijdrage geleverd aan het Engels, vooral in woorden die te maken hebben met de scheepvaart. Enkele redelijk gangbare Engelse (vaak Amerikaanse) woorden met een Nederlandse oorsprong zijn: cookie (koekje), cruise (doorkruisen), dike (dijk), Santa Claus (van Sinterklaas), waffle (wafel) bourse (beurs) en yacht (jacht (boot)). Ook het woord apartheid is een woord dat via Zuid- Afrika van het Nederlands naar het Engels verhuist is.
De Engelse taal en de veramerikanisering
In Nederland en Vlaanderen wordt tegenwoordig door de Amerikaanse invloeden ook steeds meer Engels gebruikt. Dit noemt men ook wel veramerikanisering. Deze ontwikkeling wordt door veel nationalisten als zeer ongewenst ervaren.
Sommige mensen proberen Engelse begrippen te weren uit hun schrijf- en spraakgebruik. Dit staat bekend als taalpurisme.