Programma NSDAP (25 punten)

Uit Metapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Programma van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij, de tekst werd genomen van de website Go2War2 en Vorming.

Brontekst

Dit is een brontekst. Spelling en kleine fouten in de inhoud mogen worden gecorrigeerd. De bron wordt vermeld in het "Bron" gedeelte.

Programma van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij

Het programma van de Duitse Arbeiders Partij is definitief. De leiders wijzen het af om, als de hier genoemde doelstellingen zijn bereikt, nieuwe te formuleren om de onvrede van de massa kunstmatig te verhogen en aldus het voortbestaan van de partij te verzekeren.

1. Wij eisen de vereniging van alle Duitsers binnen één Groot-Duitsland gebaseerd op het recht op zelfbeschikking der naties.

2. Wij eisen gelijke rechten voor het Duitse volk in zijn onderhandelingen met andere naties en de afschaffing van de vredesverdragen van Versailles en Saint-Germain.

3. Wij eisen land- en woongebied (koloniën) voor het voeden van ons volk en het vestigen van ons bevolkingsoverschot.

4. Alleen zij die tot de natie behoren kunnen staatsburgers worden. Alleen zij die van Duitsen bloede zijn, ongeacht hun geloof, kunnen tot de natie behoren. Joden kunnen derhalve geen deel uitmaken van de natie.

5. Een ieder die geen staatsburger is mag in Duitsland alleen als gast verblijven en moet worden beschouwd als ondergeschikt aan buitenlandse wetten.

6. Het recht om over de leiding en de wetten van de staat te beslissen is alleen aan staatsburgers voorbehouden. Wij eisen derhalve dat in alle officiële functies, van welke aard ook, zowel bij de rijksoverheid als in de deelstaten en de plaatselijke overheden, uitsluitend staatsburgers worden benoemd. Wij verzetten ons tegen de corrupte gewoonte van het parlement om ambtenaren slechts met het oog om partijbelangen te benoemen, zonder rekening te houden met karakter of bekwaamheden.

7. Wij eisen dat de staat als haar voornaamste taak zal beschouwen de industrie te stimuleren en het levenspeil van de staatsburgers te verhogen. Als het niet mogelijk is de gehele bevolking van de staat te voeden, moeten buitenlanders (niet-staatsburgers) het rijk verlaten.

8. Alle immigratie van niet-Duitsers moet worden verhinderd. Wij eisen dat alle niet-Duitsers, die sinds 2 augustus 1914 in het land zijn gekomen, meteen gedwongen worden om het land te verlaten.

9. Alle staatsburgers moeten dezelfde rechten en plichten hebben.

10. Het moet de voornaamste plicht van iedere staatsburger zijn, zich met lichaam en geest bij de arbeid in te zetten. De activiteiten van het individu mogen niet in strijd zijn met de belangen van de gemeenschap, maar moeten binnen het kader van de gemeenschap ten goede komen aan het algemeen welzijn. Wij eisen derhalve:

11. Afschaffing van niet uit arbeid verkregen inkomen.

12. Gezien het enorme offer aan levens en eigendommen die elke oorlog van een natie vergt, moet persoonlijke verrijking als een misdaad tegen de staat worden beschouwd. Wij eisen derhalve confiscatie zonder aanzien des persoons van alle oorlogswinsten.

13. Wij eisen nationalisatie van alle ondernemingen in vennootschap (trusts)

14. Wij eisen dat de winsten van de groothandel worden verdeeld.

15. Wij eisen op grote schaal uitbreiding van de ouderdomsvoorzieningen.

16. Wij eisen het scheppen en het in stand houden van een gezonde middenstand, de onmiddellijke overname door de staat van alle groothandelsondernemingen, het verhuren daarvan voor een laag bedrag aan kleinhandelaren en verder dat alle leveranciers aan de staat, de districten en de plaatselijke overheden met de uiterste consideratie zullen worden behandeld.

17. Wij eisen op onze nationale behoeften afgestemde landhervormingen.

18. Wij eisen meedogenloze vervolging van hen wier daden indruisen tegen het gemeenschappelijk belang. Verwerpelijke misdadigers tegen de natie, woekeraars, profiteurs enz. moeten met de dood worden bestraft, ongeacht hun ras of geloof.

19. Wij eisen dat het Romeinse recht, dat de materialistische wereldorde dient, door een wettenstelsel voor heel Duitsland wordt vervangen.

20. Om iedere bekwame en ijverige Duitser in de gelegenheid te stellen hoger onderwijs te volgen en aldus carrière te maken, moet de staat een grondige hervorming van het nationale onderwijssysteem overwegen. Het leerplan in alle scholen moet worden aangepast aan de noden van het praktische leven. Staatsburgerkunde in dienst van de volksgemeenschap moet een verplicht lesvak worden op de scholen. Kinderen van arme ouders moeten onderwijs kunnen volgen op kosten van de staat.

21. De staat moet het gezondheidspeil van de natie trachten te verhogen door moeders en kinderen te beschermen, kinderarbeid te verbieden, de lichamelijke prestatievermogens op te voeren door het wettelijk verplicht stellen van gymnastiek en sport en door uitgebreide steun aan verenigingen die zich inzetten voor de lichamelijke ontwikkeling van de jeugd.

22. Wij eisen afschaffing van de huurlingenlegers en de oprichting van een volksleger.

23. Wij eisen wettelijke strijd tegen de bewuste politieke leugens en de verspreiding daarvan in de pers. Om de oprichting van een nationale Duitse pers te vergemakkelijken eisen wij: a. dat alle uitgevers van dagbladen en hun assistenten die gebruik maken van de Duitse taal tot de Duitse natie moeten behoren; b. dat speciale toestemming van de staat vereist is voor het laten verschijnen van niet-Duitse kranten. Deze hoeven niet noodzakelijkerwijs in de Duitse taal gedrukt te zijn; c. dat niet-Duitsers wettelijk verboden wordt financieel deel te nemen in of invloed uit te oefenen op Duitse kranten. Als straf kan de uitgeverij worden gesloten en de niet-Duitse uitgever uit het land worden gezet. Het uitgeven van kranten die het nationaal welzijn niet bevorderen, moet worden verboden. Wij eisen gerechtelijke vervolging van alle stromingen in kunst en literatuur waarvan kan worden aangenomen dat zij ons leven als natie verstoren, en de onderdrukking van instellingen die zich verzetten tegen de hierboven genoemde eisen.

25. Wij eisen vrijheid voor alle godsdienstige stromingen binnen de staat, voor zover ze deze niet in gevaar brengen en de morele gevoelens van het Duitse ras niet kwetsen. De partij als zodanig hangt het positieve christendom aan, maar bindt zich op geloofsgebied niet aan een bepaalde kerk. Ze bestrijdt de Joods-materialistische geest binnen ons en buiten ons, en is ervan overtuigd dat een langdurige genezing van ons volk enkel van binnenuit kan groeien uit het basisprincipe: het belang van de gemeenschap boven het eigenbelang.

Opdat al het voorafgaande zal worden gerealiseerd eisen wij de vorming van een sterke centrale staatsmacht; onaanvechtbare autoriteit van het politieke gecentraliseerde parlement over het hele rijk en zijn organisaties; en de vorming van kamers voor de standen en beroepen met als doel het uitvoeren van de door het rijk uitgevaardigde algemeen geldende wetten in de verschillende staten van de confederatie. De leiders van de partij zweren geen concessies te doen – en zo nodig hun leven te offeren – bij het verwezenlijken van bovengenoemde punten.

München, 24 februari 1920.


Zie Ook

Lijst van Nederlandstalige literatuur‎