Protesten in de Arabische wereld

Uit Metapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
Protesten in de Arabische wereld
2010-2011
Plaats Arabische wereld, Midden-Oosten en andere landen
Periode 18 december 2010 - heden
Aanleiding(en) Zelfverbranding Mohammed Bouazizi en opstand in Tunesië
Doel(en) Aftreden van onderdrukkende regimes; meer politieke vrijheid, pogingen tot het instellen van democratie en mensenrechten; bevorderen van de Islam; bestrijding van corruptie, werkloosheid en gebrek aan voedsel
Kenmerken Betogingen, burgerlijke ongehoorzaamheid, zelfverbrandingen, rellen
Resultaat Regering gevallen in Tunesië en Egypte,
Doden 11,000+ (schatting)

De protesten in de Arabische wereld in 2010 en 2011 behelzen een revolutiegolf in de vorm van grote volksopstanden, demonstraties en protesten in de Arabische landen Tunesië, Egypte, Algerije, Jemen, Djibouti, Jordanië, Libië, Bahrein en de Westelijke Jordaanoever en incidentele protesten in Mauritanië, Saoedi-Arabië, Oman, Soedan, Somalië, Syrië, Irak, Libanon, Marokko, de Gazastrook en Koeweit. Alleen uit de tot de Arabische wereld behorende landen Libanon, Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten en de Westelijke Sahara zijn geen incidenten gemeld. Enkele protesten worden omschreven als revoluties.

Oorzaken

Als oorzaken voor de protesten worden genoemd onderdrukking, oneerlijk verlopen verkiezingen, corruptie, prijsstijgingen en werkloosheid. In diverse demonstraties uiten onderdanen van Arabische regimes hun onvrede over deze zaken en stellen ze hun zittende regeringen er voor verantwoordelijk.

Gebeurtenissen

Een legervoertuig vol demonstranten op het Tahrirplein in Caïro.

Op 18 december 2010 begonnen de protesten met een opstand in Tunesië, als gevolg van Mohammed Bouazizi's zelfverbranding als protest tegen corruptie bij de politie en zijn slechte behandeling. Dit vond weerklank in andere landen in de regio waardoor de protesten zich als een olievlek uitbreidden over bijna de hele Arabische wereld.

Als direct gevolg van de protesten viel in twee landen de regering: in Tunesië op 14 januari 2011 (tijdens de Jasmijnrevolutie) en in Egypte op 11 februari 2011 (tijdens de Egyptische revolutie van 2011). In Libië werd in een groot deel van het land de controle overgenomen door de opstandelingen en werd een voorlopig bestuur door comités gevormd. In tegenstelling tot wat gebeurde in Tunesië en Egypte, kreeg de Libische opstand echter al snel een zeer gewelddadig karakter doordat ordetroepen op betogers schoten en het regime fel tegen de opstandelingen inging. Ook bij de protesten in Bahrein, waar de in meerderheid sjiitische bevolking in verzet kwam tegen de soennitische dynastie en demonstreerde voor meer politieke vrijheid, werd door het leger hardhandig ingegrepen.

Andere landen

In dezelfde periode waren er ook protesten in diverse niet-Arabische islamitische landen (zoals Iran, Azerbeidzjan, Albanië en Senegal), in diverse landen in de westerse wereld en in de Volksrepubliek China. Jasmijn werd een geblokkeerde zoekterm op het Chinese internet.[1]

Asielstroom

Als gevolg van de protesten kwam er een grote stroom van asielzoekers op gang die proberen te vluchten naar Europa. Ze stranden vooralsnog op het Italiaanse eiland Lampedusa en op Malta maar een doorstroom naar de rest van Europa is zeer waarschijnlijk, wat problemen met immigranten in de West-Europese landen alleen zal vergroten.

Islam

De protesten worden in diverse landen aangestuurd door islamitistische groeperingen, zoals de Moslimbroederschap in Egypte. De mainstream media doen alsof er democratie gaat komen in de landen waar de regering gevallen is of op wankelen staat maar er is een zeer grote kans dat die landen moslimstaten gaan worden.

Referenties

Bronnen, noten en/of referenties
Een deel van dit artikel bestaat uit gewijzigde tekst van Wikipedia, en het artikel is daarom vrijgegeven onder de GFDL.