Moord op Marianne Vaatstra
Marianne Vaatstra (10 augustus 1982 - 1 mei 1999) werd op 1 mei 1999 op zestienjarige leeftijd verkracht en vermoord. Zij was onderweg van Kollum naar haar ouderlijk huis in Zwaagwesteinde. Ze werd vlakbij Veenklooster gevonden. Een opvallend aspect van deze moord is dat Marianne's keel met een mes werd doorgesneden, zoals bijvoorbeeld bij het Islamitisch ritueel slachten en het Joods ritueel slachten gebruikelijk is.
De moord vond plaats vlakbij een asielzoekerscentrum (AZC Kollum). Dit heeft er toe geleid dat er van het begin af aan verdenkingen zijn geweest dat de moord gepleegd zou kunnen zijn door een asielzoeker. De overheid en justitie waren echter niet erg gemotiveerd om de mogelijkheid dat de dader een asielzoeker was te onderzoeken, omdat ze de multiculturele samenleving positief willen afschilderen en een moord van een allochtone asielzoeker op een autochtone Nederlander past niet in dat plaatje.
Dhr. Severijn, destijds officier van justitie verklaarde echter kort na de moord het volgende: "Dit is geen Europese moord.". Dit vanwege de doorgesneden keel en mogelijk andere barbaarse verminkingen[1]. Vanwege de nabijheid van het asielzoekerscentrum en het niet-Europese karakter van de moord, dachten velen dus dat de dader een niet-Europese asielzoeker was, mogelijk van het Islamitische geloof. Echter in november 2012 is er na een grootschalig DNA-onderzoek een verdachte opgepakt die in de media met nadruk wordt omschreven als "een blanke man". Dit duidt erop, gezien het niet-Europese karakter van de moord, dat de dader niet Islamitisch was maar Joods, want Joodse mensen worden in de media als blank omschreven (zie bijvoorbeeld Nico Bodemeijer en Franky Kattenburg).
Referenties
- ↑ Welke mogelijke andere verminkingen er op het lichaam van de vermoorde Marianne Vaatstra aanwezig waren zijn onbekend, want delen uit het autopsie rapport zijn weggelakt.