Máxima Zorreguieta

Uit Metapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
Máxima

Máxima Zorreguieta Cerutti is de op 17 mei 1971 in Buenos Aires geboren echtgenote van de op 27 april 1967 te Utrecht geboren Willem Amsberg. Het echtpaar trouwde op 2 februari 2002 in Amsterdam en werd door de toenmalige (joodse) burgemeester Marius Job Cohen in de echt verbonden. Deze plechtigheid vond plaats in de grote zaal van de ‘Beurs van Berlage’, het in 1903 gebouwde beursgebouw, een ‘Mammon-Tempel’. De kerkelijke inzegening vond plaats in de ‘Nieuwe Kerk’ te Amsterdam door dominee Carel ter Linde. Het echtpaar heeft drie kinderen: Amalia (7 december 2003), Alexia (26 juni 2005) en Ariane (10 april 2007).

Jeugd en carriere

Máxima werd geboren als eerste dochter van Jorge Horacio Zorreguieta Stefanini en Maria del Carmen Cerutti Carricart. Het echtpaar Zorreguieta kreeg daarnaast nog drie kinderen, Martín, Juan en Inés. Vader Jorge had uit een andere relatie eveneens drie andere kinderen verwekt; Dolores, María en Angeles. Máxima groeide op in de gegoede wijk Barrio Norte in Bueos Aires en bracht samen met haar familie de zomervakanties door in het luxueuze Mar del Plata. Bariloche, het berucht beroemde Argentijnse skivakantieoord, was ook het favoriete skivakantieoord van de Zorreguieta’s. Bernhard van Lippe Biesterveld, de oorspronkelijk uit Duitsland afkomstige echtgenoot van de voormalige Nederlandse koningin Juliana, was hier ook een bekende gast en had er een eigen vakantiehuis. Bernhard, al ver voor aanvang van de Tweede Wereldoorlog lid van de Duitse SS was actief betrokken bij de eigen spionagedienst van IG-Farben had al gedurende WOII contact met de familie Zorreguieta. In februari 1943 was hij te gast op het landgoed van de Baskisch-Argentijnse grootgrondbezitter Amadeo Zorreguieta, de overgrootvader van Máxima. Volgens genealogen zijn zowel Máxima als Willem langs bloedlijnen via Bernhard afstammend van de Duitse familie Halbach.

Maxima bezocht het ‘Northlands College’, en studeerde economie aan de Katholieke Universiteit van Argentinië. Tussen oktober 1991 en september 1993 werkte ze bij Mercado Abierto S.A., een betrekking die vader Jorge voor haar geregeld had. Drie van zijn voormalige collega’s Aldo Ducler, Miguel Iribarne en Héctor Scacerra hadden dit bedrijf aangekocht en voor de 20-jarige dochter van Jorge was wel een plaatsje vrij. De financiële dienstverlening die Mercado Abierto S.A. hanteerde was een ruim begrip. Er werden op grote schaal ‘narcodollars’ witgewassen. Toen de Amerikaanse DEA in 1998 haar jarenlange onderzoeksoperatie ‘Operatie Casablanca’ afsloot werd daarmee de grootste witwasoperatie van ‘narcodollars’ ooit in Argentinië aan het licht gebracht! Ruim voordat Mercado Abierto S.A. de lucht in ging vertrok Maxima met een studiebeurs naar Boston Securities, een investeringsbank, onderdeel van de Bank Boston.

Ná haar afstuderen werd ze door joodse bankier Manuel Sacerdote, de grootste aandeelhouder van de Boston Group, op weg geholpen aan een baan op de afdeling Institutionele Beleggingen voor Latijns-Amerika van HSBC James Chapel in New York. Van 1995 tot 2000 werkte ze naast HSBC bij verschillende banken (o.a. in New York). In maart 1998 werd ze vicepresident van de afdeling Emerging Markets van Dresdner Kleinwort en kwam met hulp van een vriend in juli 1999 terecht bij de Deutsche Bank. Het was Cynthia Kaufmann, studievriendin uit de tijd van ‘Northlands College’ in Argentinië en dochter van een rijke joods Argentijnse koopman, die in New York de deuren voor Máxima opende en waar ze Dieter Zimmerman tegen het lijf liep. De rol van Zimmerman is dubieus, het blijft onduidelijk of hij ‘slechts’ de huurbaas was van de nieuwe appartement die Máxima betrok óf ook de man was met wie ze het bed deelde. Het was eveneens Cynthia Kaufmann die Willem Amsberg in maart 1999 ‘matchte’ met Máxima. In april 1999 moet de gearrangeerde ontmoeting met Willem plaatsgevonden hebben tijdens het ‘Feria’ festival in Sevilla.

Deze locatie was bij uitstek geschikt voor het als wulpse losbol bekend staande Argentijnse feestbeest Máxima en ook Willem viel als ‘prins pils’ op dit zuipfestijn niet uit de toon. Vier maanden later, in augustus 1999, hielden Máxima en Willem een vijfdaagse kennismakingsvakantie in Bariloche waar Willem al voorgesteld werd aan de ouders van Máxima. In opdracht van Beatrix Amsberg (Nederlands ‘koningin’) startte Máxima in september 1999 bij Hanny Veenendaal in New York met het volgen van Nederlandse lessen. Niet veel later verhuisde ze naar Europa en vestigde ze zich in mei 2000 in Brussel. Op 17 mei 2001 kreeg zij door persoonlijk ingrijpen van Beatrix Amsberg per ‘koninklijk besluit’ de Nederlandse Nationaliteit. Op 3 juli 2001 besloot de Staten Generaal haar toestemming te verlenen aan een ingediende toestemmingswet waarmee Willem Amsberg in het huwelijk kon treden met Máxima Zorreguieta. Voorafgaand aan de officiële presentatie aan de Nederlanders bracht ze een tijd door in het Groningse Haren.

Verloving

Kort na bekendmaking van de verloving met Willem Amsberg verschenen in de Nederlandse media berichten dat Jorge Horacio Zorreguieta, de vader van Máxima, als staatssecretaris deel had uitgemaakt van de militaire juntaregering van Jorge Rafael Videla, een regeringsperiode die ook wel bekend stond als de ‘Vuile Oorlog’. In deze oorlog werden tussen april 1976 en maart 1981 vele tienduizenden regime-tegenstanders gemarteld, vermoord, gevangengezet of verdwenen ‘spoorloos’. Het leidde in Nederland tot protesten tegen het voorgenomen huwelijk van ‘kroonprins Willem’ met de dochter van een aan oorlogsmisdaden meegewerkt hebbende vader. Gezien zijn machtspositie moet Jorge Zorreguieta op zijn minst op de hoogte geweest zijn van de excessen die zich tijdens zijn ministerschap voorgedaan hebben.

Onderzoek, aanklacht en goedkeuring

Deze wetenschap leidde er niet toe dat hij zich tegen deze praktijken verzette of opkwam voor de burgers, dit maakte hem zondermeer medeplichtig! Alberto Amigo die in de voorgaande regering van Isabelita Perón de positie van Jorge Zorreguieta op het ministerie van landbouw bekleedde, smeekte hem in begin 1977 om hulp voor zijn 21-jarige dochter Lidia Inés Amigo die op 21 december 1976 was ontvoerd. Op 23 december 1976 verdween ook haar vriend Oscar Alfredo Ragni. Van Jorge Zorreguieta behoefde geen hulp verwacht te worden, hij ondernam geen enkele actie. Jorge Zorreguieta was ook op de hoogte van de verdwijning van de 36-jarige Marta Sierra die op de vroege morgen van 30 maart 1976 ontvoerd werd op het moment dat ze haar jongste kind de borst gaf. Ook de verdwijning van Homero Arce, actief bij de Argentijnse ambtenarenvakbond ATE, zijn broer en ambtenaar Roberto Arce (najaar van 1976) en ambtenaar Mario de Fabio was Jorge Zorreguieta bekend. Maarten Maurik, oud-UNESCO ambassadeur had in 2000 een officiële aanklacht ingediend tegen Zorreguieta. Hij beschuldigde hem persoonlijk van foltering en misdaden tegen de menselijkheid. Het bracht de Nederlandse regering in een erg lastig parket.

De toenmalige minister-president Wim Kok gaf in 2000 aan prof. Dr. Michiel Baud de opdracht deze zaak te onderzoeken. De opdracht stond echter al tevoren vast. Ongeacht de uitkomst van het onderzoek zou de conclusie moeten luiden dat het “praktisch uit te sluiten was” dat Jorge “persoonlijk betrokken geweest was bij de repressie of schending van de mensenrechten in zijn land”. Het onderzoek vond plaats in de maanden september-december 2000 en werd afgerond in januari 2001. Volgens Willem Amsberg was zijn aanstaande schoonvader slechts op de hoogte van één gedwongen verdwijning een ambtenaar verbonden aan het Bedrijfschap voor de Graanhandel, maar deze persoon was volgens Willem weer snel teruggevonden. Om het huwelijk zonder veel opzien te kunnen laten plaatsvinden liet minister-president Kok via Max van der Stoel, diplomaat en minister van staat, het zó arrangeren dat vader Jorge officieel niet bij het huwelijk van zijn dochter aanwezig was. Met de resultaten van het ‘Baud’ rapport en de door Maarten Maurik gedeponeerde aanklacht in de hand slaagde deze erin op 14 maart 2001 Jorge af te laten zien van zijn aanwezigheid. Als tegenprestatie werd de aanklacht van Maarten Maurik op 21 maart 2001 door procureur Leo de Wit als ‘niet-ontvankelijk’ verklaard. Dat opende voor de eerste en Tweede Kamer de weg om vóór het huwelijk te stemmen. En zo geschiedde het: op 3 juli 2001 gaf de Staten Generaal haar zegen! Máxima maakte daarop geraffineerd gebruik van een serie emotionele propagandatechnieken. Zo liet zij op de dag van het huwelijk voor het oog van ontelbare tv- en fotocamera’s heel opzichtig een traan tijdens het door Carel Kraayenhof op zijn ‘bandoneon’ gespeelde Argentijnse tango Adios Nonino (‘Dag Vadertje’), toevallig de lievelingstango van papa Jorge. De huwelijksplechtigheid werd behalve door de Nederlands Hervormde hofpredikant Carel ter Linde op uitdrukkelijk verzoek van Máxima geleid door familievriend Rafael Braun. Braun is een omstreden priester met onverholen bewondering voor (ex-) dictator Videla die hij roemde om zijn ‘morele autoriteit’. Deze traan maakte een onuitwisbare indruk, samen met de kus op het balkon en kerfde zo heel zorgvuldig het geplande propagandistische beeld, gadegeslagen door miljoenen kijkers.

Wetenswaardigheden

Máxima heeft zich ontpopt als een actief voorstandster van het bevoordelen van allochtone bevolkingsgroepen binnen Nederland, in het bijzonder vrouwen. Zij is lid van de commissie ‘Participatie van Vrouwen uit Etnische Minderheden’ waarin ze de regering adviseert op gebied van integratie van minderheden. Máxima is de mening toegedaan dat “de Nederlandse identiteit niet bestaat” en zegt ook na intensief speuren “de Nederlander niet te hebben gevonden”. Dat zij deze gedachtegang aanhangt en propageert is niet verwonderlijk. Zélf is zij nóch Nederlands, nóch van Argentijns-Baskische herkomst, nóch blond en ook haar ‘katholieke’ geloof is een farce. Een blik in haar vastgelegde familiegeschiedenis leert dat de familie ruim 500 jaar geleden afkomstig is uit Spaans Baskenland en voor de vorm tot het katholieke geloof bekeerde joden zijn, Sefardische Marranen! Na hun ‘vlucht’ uit Spanje zette deze machtsgroep zich vast in Zuid-Amerika en bekleedde invloedrijke functies zoals bankiers, kooplieden, grootgrondbezitters, politici, etc, etc. waarbij ze hun aangenomen Spaans/Portugese namen behielden. Namen als:

HERNANDEZ, PONCE DE LEÓN, DE SAUTU MARTINEZ, CARRICART ETCHART, CIEZA RODRIGUEZ, MAURIN, BONORINO LOBO, GONZÁLEZ Y DE ISLAS, PONCE DE LEÓN Y PASTOR, MARTÍNEZ FIGUEROA, CARRICART HARAMBURU, ETCHART IRIART, CIEZA GUTTIERREZ, RODRIGUEZ SILVA, CORNEJO Y FEMAYOR, BONORINO Y BARBACHANO, LOBO Y TEJADA, DE ISLAS Y LADRÓN DE GUEVARA, CRAVIOTTO, DE SAUTU Y CASTAÑEDA, RODRIGUEZ TORRES, MARTÍNEZ CAÑAS, FIGUEROA BAGUÉ, IRIART

Spaanse en Portugese namen, in gebruik bij Sefardische Marranen.

Microkrediet verslaving

Door haar bemoeienis met het zogenaamde ‘Microkrediet’ bevordert Máxima de schuldentoename in de armere landen. Met name vrouwen worden in deze schuldenval gelokt. Onder het mom van ‘hulp’ worden tot dan toe schuldloze en bezitloze vrouwen opgezadeld met leningen voor het opzetten van bedrijfjes die zij nooit terug kunnen betalen. De op communistische leest geschoeide Microcredietorganisatie dwingt de nieuwe ‘onderneemsters’ een geplande economische bedrijfsvorm op waarmee deze totaal geen raad weten. Een groot deel van de kredieten wordt omgezet in aanschaf van eerste levensbehoeften. De relatief hoge rentebedragen en het onvermogen om op de juiste en gewenste ‘commerciele’ wijze te denken hebben in de loop der jaren ervoor gezorgd dat het aantal zelfmoord gevallen onder vrouwen in ‘ontwikkelingslanden’ duizelingwekkende vormen aangenomen heeft.

Damschreeuwer 'Adam'

Op 4 mei 2010 zorgde een schreeuwlelijk (de dan 39-jarige gestoorde ‘Giovanni Vincenzo’ - roepnaam ‘Adam’) op de Dam in Amsterdam ervoor dat er paniek uitbrak. Geheel volgens de laffe (haast genetische overerfde) inborst, traditie en motto ‘eigen volk eerst’ rende de ‘koninklijke familie’ om het hardst op zoek naar eigen veiligheid. Hierbij werd een nietsvermoedende jongen welbewust door Máxima finaal ondersteboven gelopen. Deze op film vastgelegde gebeurtenis werd snel en zorgvuldig uit de later zo vaak vertoonde reportages gesneden. De identiteit van de betrokken jongen is tot op heden niet bekend aan het Nederlandse volk.

Verkeersongeluk met letselschade

Al eerder liet Máxima zien zich niets gelegen te laten liggen aan door haar veroorzaakt leed en ellende. Op donderdag 18 oktober 2001 even na 6 uur was ze met haar groene Audi A4 betrokken bij een verkeersongeluk op de Wassenaarse straatweg in Den Haag voor paleis Huis ten Bosch. Ze verleende op het kruispunt even buiten het paleis de van links aankomende Smart personenauto geen voorrang. Gerrit Jan van der Bent, inwoner van Wassenaar en eigenaar van de Zoetermeerse groothandel in vlees en vleeswaren ‘G.J. van der Bent BV’ reed in de auto van zijn dochter naar huis en liep bij het ongeluk zwaar beenletsel op. Hij eiste schadevergoeding. Volgens intimi was Máxima die dag gehaast vertrokken omdat ze te laat was voor een geplande afspraak en zou ze voorafgaand ‘niet te veel alcohol’ gedronken hebben. De Rijks Voorlichtings Dienst haastte zich om dit middels een extra verklaring nadrukkelijk te ontkennen. In een opvolgende rechtszaak op 3 mei 2003 werd de schuld van het ongeluk op de schouders van Van der Bent geschoven. Volgens het koninklijk huis had Máxima bij het verlaten van de paleispoorten voorrang verleend moeten worden, zou Van der Bent te hard gereden hebben, geen veiligheidsgordel gedragen hebben, geen bestemmingsverkeer zijn dus niet gerechtigd zijn om van de Wassenaarseweg gebruik te mogen maken. Uiteindelijk werd Máxima door de rechtbank veroordeeld tot het betalen van een kwart van de door Van der Bent geleden schade. De oprijlaan van Huis ten Bosch was een uitrit en Máxima had daarom het verkeer op de openbare weg voorrang moeten verlenen. Zelf droeg Máxima evenmin haar autogordels. Wél werd de naam van Máxima uit het rapport van de politie geschrapt en vervangen voor de fictieve naam Leila van den Bosch met als woonadres een politiebureau in Den Haag waardoor haar strafblad schoon bleef.

Refenties