Joseph Goebbels

Uit Metapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
Joseph Goebbels
Goebbels 1.jpg
Geboren 29 oktober 1897
Partij NSDAP
Politieke functies
Gauleiter
Minister van Volksvoorlichting en Propaganda
Rijkskanselier

Paul Joseph Goebbels (Rheydt, 29 oktober 1897 - Berlijn, 1 mei 1945) was een Duits politicus en publicist. Hij was de minister van volksvoorlichting en propaganda in het Duitse Rijk.

Opleiding

Joseph Goebbels was een zoon van de Duitse boekhouder Fritz Göbbels en Maria Odenhausen[1], een smidsdochter uit het Nederlandse Waubach. Hij meldde zich in 1914 als vrijwilliger bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, maar werd afgekeurd voor militaire dienst wegens een misvormde voet. In Kerkrade volgde hij in 1917 een opleiding aan het Jongenspensionaat Bleijerheide. Hij studeerde letteren en filosofie aan verschillende Duitse universiteiten en promoveerde in 1921 in Heidelberg op een proefschrift over de 19e-eeuwse romantische schrijver Wilhelm von Schütz. Tijdens zijn promotie schreef hij een roman getiteld Michael en twee toneelstukken: Blutsaat en Der Wanderer. Goebbels kon nooit een uitgever voor dit werk vinden. Een van de weigeraars, uitgeverij Ullstein, was eigendom van een Joods-Duitse zakenman.

Kennismaking met Hitler

Goebbels probeerde tevergeefs als journalist werk te vinden. Gefrustreerd trok hij van Rheydt naar Keulen, Berlijn en vervolgens naar München. Daar ontmoette hij in 1923 bij toeval Adolf Hitler, van wie hij enorm onder de indruk was. Goebbels werd lid van de NSDAP en probeerde mensen voor de boodschap van Hitler te winnen. Goebbels bleek over enorme retorische en publicitaire talenten te beschikken. Hij probeerde de nationaalsocialistische boodschap uit te dragen in de door de geallieerden bezette gebieden. Goebbels werd uitgever van het blad Völkische Freiheit. In zijn artikelen ging hij vooral tekeer tegen de Franse bezettingstroepen van het Rijnland, die daar sinds de Eerste Wereldoorlog gelegerd waren. Hij brak ook toen met het katholieke geloof, dit zeer tegen de zin van zijn ouders. Het nationaalsocialisme zag hij als zijn nieuwe religie.

Bliksemcarrière

Joseph Goebbels met vrouw en kinderen

In 1926 werd Goebbels door Hitler benoemd tot Gauleiter van Groot-Berlijn. Hij gaf in 1927 het blad Der Angriff uit als tegenpool voor het toen dominantere (internationaal gerichte) communisme in Berlijn. Goebbels steunde eind jaren 20 uitdrukkelijk de linkse en meer socialistische vleugel van de NSDAP; net als Gregor Strasser bepleitte hij een duidelijker vermenging van (niet-marxistisch) socialisme met het volksnationalisme. Zijn eigen blad Der Angriff werd echter een geduchte concurrent van Strassers blad Berliner Arbeiterzeitung en hij genoot van zijn groeiende reputatie als welsprekende propagandist. Goebbels werd in 1929 als parlementslid gekozen en werd Reichsleiter für Propaganda van de NSDAP en deed daarbij ervaring op als spreker in het openbaar. Na de machtsovername van Hitler in 1933 werd hij minister van Volksvoorlichting en Propaganda. Hij kreeg als zodanig steeds meer macht en beheerste ten slotte alle media: pers, radio en film, alsook de kunstwereld. Hij werd een van Hitlers naaste medewerkers.

Vrouwen

Op 19 december 1931 trouwde hij met de gescheiden Magda Quandt. Zij was mooi, blond en had veel goede sociale contacten. In 1936 begon Goebbels een affaire met een 22-jarige UFA-filmster, de Tsjechische Lída Baarová. Goebbels had talloze affaires gehad en zou er nog meer hebben, maar in dit geval overwoog hij zelfs van Magda te scheiden en Lida mee naar Japan te nemen, waar hij dan ambassadeur zou worden. Een echtscheiding zou het regime echter in verlegenheid brengen. Hitler greep na twee jaar in en Lída werd naar Praag afgevoerd, waar haar post en telefoon door de Gestapo werden gecontroleerd.[2] De film Preußische Liebesgeschichte (1938) waarin zij de hoofdrol speelde werd verboden.

"Wollt ihr den totalen Krieg?"

Redevoering van Goebbels over de 'algehele oorlog' in het Berlijnse Sportpalast

Vanaf 1942, toen het duidelijk was dat een snelle overwinning aan het oostfront er niet meer inzat en ook niet tegen de westelijke geallieerden, doordat zelfs Amerika de oorlog had verklaard, vervreemdde Goebbels van Hitler. Als minister van volksvoorlichting waren zijn kwaliteiten evenwel onmiskenbaar. Op 18 februari 1943, vlak na de catastrofe van Stalingrad, hield hij in het Berlijnse Sportpalast een geëxalteerde rede, waarin hij de Duitse bevolking de vraag voorhield of het de totale oorlog wilde ("Wollt ihr den totalen Krieg?") om zo de oorlog te verkorten. Dit was een duidelijk andere boodschap dan voorheen, die erop neer kwam dat er kanonnen én boter geproduceerd konden worden. Hij werd vervolgens benoemd tot Rijksgevolmachtigde voor de totale oorlog. Goebbels had een groot aandeel in het verijdelen van het Complot van 20 juli 1944 en werd vervolgens weer Hitlers trouwste bondgenoot.

Tegen het einde van de oorlog overtuigde Goebbels Hitler ervan in Berlijn te blijven, om zo de verdediging van de rijkshoofdstad te versterken. Na Hitlers dood volgde hij hem op als rijkskanselier, en zag hij er om de volgende redenen van af om buiten Berlijn de leiding van het ineengestorte Duitse Rijk over te nemen:

"Der Führer hat mir den Befehl gegeben, im Falle des Zusammenbruchs der Verteidigung der Reichshauptstadt Berlin zu verlassen und als führendes Mitglied an einer von ihm ernannten Regierung teilzunehmen. Zum erstenmal in meinem Leben muß ich mich kategorisch weigern, einem Befehl des Führers Folge zu leisten. Meine Frau und meine Kinder schließen sich dieser Weigerung an. Im anderen Falle würde ich mir selbst (...) für mein ganzes ferneres Leben als ein ehrloser Abtrünnling und gemeiner Schuft vorkommen, der mit der Achtung vor sich selbst auch die Achtung seines Volkes verlöre, die die Voraussetzung eines weiteren Dienstes meiner Person an der Zukunftsgestaltung der Deutschen Nation und des Deutschen Reiches bilden müßte".

Vertaling:

"De Führer heeft mij bevel gegeven om, mocht de verdediging van de rijkshoofdstad mislukken, Berlijn te verlaten en als leidinggevend lid deel te nemen aan een door hem aangewezen regering. Voor de eerste keer in mijn leven moet ik categorisch weigeren een bevel van de Führer op te volgen. Mijn vrouw en mijn kinderen sluiten zich bij deze weigering aan. Anders zou ik mijzelf (...) voor de rest van mijn leven een eerloze deserteur en ordinaire schurk voelen, die met zijn zelfrespect ook het respect van zijn volk zou verliezen, dat een voorwaarde zou moeten vormen voor verdere diensten van mijn persoon aan de toekomst van de Duitse natie en het Duitse Rijk."

Moord en zelfmoord

De kinderen van Joseph Goebbels. De joodse propagandist Ilja Ehrenburg riep op om alle Duitse vrouwen en meisjes te verkrachten en te vermoorden.

In de avond van 1 mei liet Joseph Goebbels zijn kinderen om het leven brengen, om te voorkomen dat ze door Sovjettroepen verkracht en vermoord zouden worden. Helmut Gustav Kunz, assistent van de hoofdarts van Sanitätsverwaltung, diende alle kinderen (Helga, Hilde, Helmut, Holde, Hedda en Heide) in chocolademelk een flinke dosis morfine toe.[3] Toen de kinderen ingeslapen waren, braken Ludwig Stumpfegger, Hitlers persoonlijke arts, en Magda, de vrouw van Goebbels, een blauwzuurcapsule in de mond van ieder kind, waardoor ze kwamen te overlijden.[4][5][6]

Later die avond pleegde Joseph samen met zijn vrouw in de tuin van de Rijkskanselarij zelfmoord door middel van een pistool of een blauwzuurcapsule.[4][7] Een SS'er had de opdracht gekregen ook twee kogels in ieder lichaam te schieten, zodat het zeker was dat ze dood waren.[4][7] Hierna werden de lichamen verbrand, maar door de beperkte hoeveelheid benzine werden de lichamen maar deels verbrand en waren nadien goed te herkennen.[5][8]

Externe links

Bibliografie

  • Peter Longerich (2010): Joseph Goebbels. Biographie. Siedler, München. Nederlandse vertaling: Goebbels, een biografie, uitg. De Bezige Bij.
  • Willem Melching & Marcel Stuivenga (2011): Joseph Goebbels, Hitlers spindoctor, Prometheus, Amsterdam.
Bronnen, noten en/of referenties
  1. Maria Catharina Odenhausen op WieWasWie.nl
  2. Alan Wykes: Goebbels, vert. bij Standaarduitgeverij, Antwerpen 1977
  3. Ian Kershaw, Hitler 1936-1945 - Vergelding, Spectrum, 2008, pag. 1102-1103
  4. 4,0 4,1 4,2 Ian Kershaw, Hitler 1936-1945 - Vergelding, Spectrum, 2008, pag. 1103
  5. 5,0 5,1 Richard J. Evans, Het Derde Rijk - Oorlog, Spectrum, 2009, pag. 773
  6. Anthony Beevor, Berlin: The Downfall 1945 - 2002, Viking-Penguin Books, 2002, pag. 380. ISBN 0-670-88695-5
  7. 7,0 7,1 Joachim Fest, De Ondergang - Hitler en het einde van het Derde Rijk, Manteau, 2005, pag. 170
  8. Ralf Georg Reuth, Goebbels: Eine Biografie, München, 1995, pag. 613-614