Jood, De (Goebbels)

Uit Metapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

De Jood door Joseph Goebbels (1941), de tekst werd genomen van de website Der Stürmer.

Brontekst

Dit is een brontekst. Spelling en kleine fouten in de inhoud mogen worden gecorrigeerd. De bron wordt vermeld in het "Bron" gedeelte.

De Jood door Joseph Goebbels

Over alles wordt openlijk discussie gevoerd in Duitsland, en elke Duitser claimt het recht een mening te hebben over enig en alle vraagstukken. De een is katholiek, de ander protestand, de een werknemer, de ander werkgever, een kapitalist, een socialist, een democraat, een aristocraat. Er is niets oneervol aan het kiezen van een kant bij een vraagstuk. Discussies gebeuren openbaar, zelfs waar zaken onduidelijk of verwarrend zijn, worden ze gedaan door argumenten en tegenargumenten. Maar er is nog steeds een probleem waar nog niet openlijk over gediscuseerd wordt, welke te gevoelig ligt om het ook maar over te hebben: het jodenvraagstuk. Het is een taboe in onze republiek. De jood is ge-immuniseerd tegen alle gevaren: iemand kan hem een zwendelaar, parasiet, of profiteur noemen, het lijkt van hem af te druipen als water van een regenjas. Maar noem hem een jood, en je zal versteld zijn hoe hij achteruit slaat, hoe verwond hij is, hoe hij plotseling een stap terug doet: ik ben ontmaskerd.

Iemand kan zich niet beschermen tegen de jood. Hij valt bliksemsnel aan, vanuit zijn veilige hoge positie, en gebruikt zijn capaciteiten om je te verbrijzelen bij een poging tot verdedigen. Zo snel als hij kan draait hij de aanvallers aanval terug op hem, en maakt van de aanvaller de leugenaar, de troublemaker, de terrorist. Niets kan hij een grotere fout maken dan in de verdediging te schieten. Dat is juist wat de jood wil. Hij kan elke dag een nieuwe leugen vinden, waar zijn vijanden op kunnen reageren, en het resultaat is dat de vijand zo veel tijd besteed aan het verdedigen van zichzelf, dat hij geen tijd overhoud om te doen waar de jood werkelijk angst voor heeft; de aanval. De beschuldigde wordt de beschuldiger, en luid zal hij de beschuldiger in de haven duwen. Zo was het altijd in het verleden wanneer een persoon of beweging de jood bevocht. Dat zou ons ook gebeuren, was het niet dat wij volledig bewust zijn van zijn natuur, of als wij de moed niet hadden om de volgende radicale conclusies te trekken:

1. Iemand kan de jood niet bestrijden met positieve middellen. Hij is negatief, en deze negatief moet worden uitgewist uit het Duits systeem, of hij zal het voor altijd bederven.
2. Iemand kan de joodse kwestie niet bediscuseren met de joden. Iemand kan moeilijk bewijzen aan een persoon, dat hij de plicht heeft om hem onschadelijk te maken.
3. Iemand kan de jood niet dezelfde middelen tot zijn beschikking geven welke hij ook zou geven aan een eerlijke tegenstander, het is geen eervolle tegenstander. Hij zal grootmoedigheid en nobelheid enkel gebruiken om zijn vijanden in de val te lokken.
4. De jood heeft niets te vertellen over Duitse kwesties. Hij is een buitenstaander, welke enkel de rechten van een gast heeft, rechten welke hij altijd zal misbruiken.
5. De zogenaamde religieuze moraliteit van de joden is eigenlijk totaal geen moraliteit, eerder een aanmoediging tot verraad. Daarom, hebben ze geen recht op bescherming van de staat.
6. De jood is niet slimmer dan wij zijn, enkel geniepiger en sluwer. Zijn systeem kan niet op economische wijze worden verslagen, hij volgt totaal andere morele principes dan wij doen. Hij kan enkel gebroken worden door politieke middelen.
7. Een jood kan een Duitser niet beledigen. Joodse laster is niets anders dan erespelden voor een Duitse tegenstander van de joden.
8. Hoe meer een Duits persoon of een Duitse beweging zich verzet tegen de jood, hoe meer hij van waarde is. Als iemand aangevallen wordt door de joden, dan is dit zeker een teken van zijn deugd. Hij die niet wordt vervolgd door de joden, of wordt geprezen door hen, is nutteloos en gevaarlijk.
9. De jood evalueerd Duitse vraagstukken vanuit het joods standpunt. Met als resultaat, het tegenovergestelde van wat hij zegt waar moet zijn.
10. Iemand moet ofwel antisemitisme bevestigen of het afstoten. Hij die de joden verdedigt, doet zijn eigen volk kwaad. Iemand kan enkel een lakij van, of een tegenstander van de joden zijn. Een tegenstander van de joden zijn, is een kwestie van persoonlijke hygiene.

Deze principes geven de anti joodse beweging een kans op success. Alleen een dergelijke beweging zal sirieus worden genomen door de joden, enkel zo een beweging zal door hen gevreest worden.

Het feit dat hij schreeuwt en klaagt over zo een beweging is daarom alleen een teken dat het de goede richting op gaat. Wij zijn daarom opgetogen dat we onder een constante aanval van de joodse media staan. Zij kunnen schreeuwen over terreur. Wij andtwoorden met Mussolini s bekende woorden: terreur? Nooit! Het is sociale hygiene. Wij nemen deze individuen uit de roulatie zoals een dokter het doet met een bacterie.

Tot zover het artikel van Dokter Goebbels over de jood in de Duitse samenleving. Dit artikel is dan wellicht al een flinke tijd geleden geschreven, maar is nog steeds, en ook, op onze huidige samenleving van toepassing, het geeft een belichting op de jood zoals deze vandaag de dag nog steeds belicht zou moeten worden, het geeft taktieken welke wij ook zouden en zullen toepassen. Taktieken welke we al toepassen.

Tijden veranderen, taktieken ook, maar de jood is door de eeuwen heen dezelfde verachterlijke, geniepige viezerik gebleken, welke het geld uw zakken uit toveren kan, en bij de eerste de beste kans een dolk in uw rug zal steken.

Sociale hygiene is geen recht, maar een plicht, en het is aan ons de samenleving te zuiveren van deze etnische bacterie welke zichzelf de jood noemt!

Zie Ook

Lijst van Nederlandstalige literatuur‎