Einsteinisme

Uit Metapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Het Einsteinisme is de pathologische[1] natuurkundige theorie die bestaat uit de geschriften van Einstein op het gebied van de relativiteitstheorie en de latere theoretische werken die op deze geschriften gebaseerd zijn. Het Einsteinisme wordt ook wel Einstein's speciale en algemene relativiteitstheorie genoemd', vanwege de twee hoofdtakken van het Einsteinisme, nl. de “algemene theorie” en de “speciale theorie”. Echter, de naam Einsteinisme is een toepasselijkere naam vanwege de onlogische en onwetenschappelijke argumenten die door Einstein in zijn geschriften gebruikt worden[2].

Het Einsteinisme begon met een publicatie van Einstein in 1905[3] in een op dat moment relatief obscuur en onbelangrijk gebied[4]. Maar het Einsteinisme zou snel worden geprezen in veel kranten en tijdschriften als een Copernicaanse daad, of zelfs als een theorie die alle raadselen van de wereld oplost. De Joodse journalist Alexander Moskowski, bijvoorbeeld, bekende in 1917 in een brief aan Einstein dat hij het als zijn taak zag de Einstein "cult" te promoten [5][6].

Maar het Einsteinisme staat haaks op de principes van het rationele denken die ten gronslag liggen aan de wetenschap. Zo probeert Einstein in zijn boek[7] bijvoorbeeld twijfel te zaaien over de geldigheid van de meetkundige theorie van Euclides, maar gebruikt daarbij niet ter zake doende argumenten. Een ander voorbeeld is de voorspelling door Einstein dat klokken sneller zouden lopen als ze in een zwakkere zwaartekracht worden gezet -een duidelijk verkeerde voorspelling omdat bijvoorbeeld een zandloper juist langzamer loopt in een zwakkere zwaartekracht[8]-. De irrationaliteit van het Einsteinisme enerzijds en de media campagne ter promotie van de Einsteincult anderzijds, leidde tot een breedgedragen wetenschappelijke oppositie tegen het Einsteinisme. Deze oppositie culmineerde in 1931 in een boek getiteld "100 Auteurs tegen Einstein"[9], waarin het Einsteinisme met wetenschappelijke, wiskundige, filosofische en psychologische argumenten weerlegd werd. Helaas heeft dit boek tot nu toe weinig aandacht gekregen, zelfs onder experts in de relativiteitstheorie.

Een belangrijke criticus van Einstein's "theorie" was de Nobelprijswinnaar Philipp Lenard.

Aanbevolen literatuur

  • Albert Einstein (edition 1924), Relativity: The Special and General Theory, Methuen & Co Ltd.
    Leesbaar voor een breed publiek, wetenschappelijk geschoold of niet. Dit boek kan worden opgevat als de kanonieke versie van het Einsteinisme.
  • Hundert Autoren gegen Einstein (1931) R. Voiglaenders Verlag - Leipzig. 105 pages.
    De wetenschappelijke, wiskundige, filosofische en psychologische argumenten tegen het Einsteinisme.
  • Dingle, H (1972) Science at the crossroads, 109 pages.
    Een verslag van een insider over hoe de wetenschap gecorrumpeerd werd door het Einsteinisme. Tevens bevat dit boek overtuigende weerleggingen van de "speciale theorie" en van de "algemene theorie".
  • W.H.V. Reade (1922) A criticism of Einstein and his problem, Oxford Basil Blackwell Broad Street, 126 pages.
    Gebruikmakend van een analogie met een zwemmer in een rivier toont dit boek aan dat het Einsteinisme op een denkfout gebaseerd is.

Referenties

  1. In het boek Hundert Autoren gegen Einstein (1931) R. Voiglaenders Verlag - Leipzig. (105 pages) schrijft professor Dr. J. Le Roux op pagina 27: "Die RTH Einsteins gehört nicht zum Gebiet der positiven Wissenschaft", wat vertaald betekent:: "De relativiteitstheorie van Einstein behoort niet tot het gebied van de positieve wetenschap". Met andere woorden, Einstein relativiteitstheorie is onwetenschappelijk!
  2. De volgende uitspraak is gedaan door Arvid Reuterdahl (1931): "Die Klassische Relativität ist richtig, aber der Einsteinismus ist falsch. Der Ausdruck 'Relativität' darf deshalb nicht mit dem Einsteinismus assoziert werden." (Dr. Arvid Reuterdahl; 100 Autoren gegen Einstein, Page 40.) Vertaald: De klassieke relativiteit is correct, maar het Einsteinisme is incorrect. The uitdrukking "relativiteit" mag daarom niet geassocieerd worden met het Einsteinisme.
  3. Albert Einstein (1905) "Zur Elektrodynamik bewegter Körper", Annalen der Physik 17: 891.
  4. Dingle, H (1972) Science at the crossroads, 109 pp., p. 68
  5. Christopher Jon Bjerknes (2006) The Manufacture and sale of Saint Einstein, 2826 pp., p. 14.
  6. Bjerknes merkte ook op dat Moskowski, net als Einstein, Joods was. Dit kan een rol hebben gespeeld in het besluit van Moskowski om een Einstein “cult” te promoten en niet bijvoorbeeld een Lorentz-cult .
  7. Albert Einstein. Relativiteit – Speciale en algemene theorie (uitgegeven in de Nederlandse taal door Uitgeverij Het Spectrum, 1978)
  8. Omdat de zwaartekracht de aandrijvende kracht is voor de zandloper, zal deze langzamer lopen in een zwakkere zwaartekracht. Een zandloper zal dus bijvoorbeeld langzamer lopen op de maan dan op de aarde. Hetzelfde effect treedt op bij een slingeruurwerk.
  9. Hundert Autoren gegen Einstein (1931) R. Voiglaenders Verlag - Leipzig. 105 pp.